Windstuwdruk
Er is gekozen om voor de berekeningen uit te gaan van de karakteristieke windstuwdruk zoals vermeld zijn in Tabel NB.4 uit de Nationale Bijlage van NEN-EN 1991-1-4, zie bijlage 1. Voor het bepalen van de windbelasting kan nu direct gebruik gemaakt worden van de waarden uit deze tabel NB.4. De windvormfactoren, veiligheidscoëfficiënten en modificatiefactoren zijn meegenomen in de berekeningen. Overwegend wordt er gebouwd tot een hoogte van 20 meter boven het maaiveld. Vanaf het maaiveld tot een hoogte van 20 meter zijn er kleinere tussenstappen aangehouden voor de waarden van de stuwdruk in kN/m².
| 0,48 | 0,60 | 0,70 | 0,80 | 0,90 | 1,00 | 1,20 | 1,40 | 1,60 | 1,80 | 2,00 | 2,20 | 2,40 | 2,65 |
Tabel stuwdrukken. Stuwdruk 0,48 = van 1 meter hoogte (windgebied III, bebouwd) tot stuwdruk 2,65 = 200 meter hoogte (windgebied I, kust). Zie bijlage 18.1.