Sleep om te verversen

20.3.1.4

Inkrozingen van de scharnieren

Het vlak van de inkrozing in het draaiend deel dient evenwijdig te zijn aan het vlak van de omkanten. Bij de diepte van de inkrozing rekening houden met de bleddikte van scharnier. Het scharnierbled mag maximaal 0,5 mm onder het oppervlak geplaatst worden.

Hierbij wordt uitgegaan van een haakse omfrezing van de hangzijde van het raam. Indien het raam aan de hangzijde arms uitgevoerd wordt, moeten de inkrozingen aangepast worden om te kunnen voldoen aan de hangnaden zoals opgenomen in tabel 20.5.1.

Als een scharnierhol in een kozijnstijl noodzakelijk is dient rekening te worden gehouden met de afmetingen van de scharnierknoop. Dit geldt ook voor de scharnieren bij klepramen en een waterhol.